In Memoriam: Ton van Zonneveld, auteur Atlas van het Toezicht

In Memoriam: Ton van Zonneveld

Door: Henk den Uijl

“De kwaliteit van het toezicht wordt bepaald door de kwaliteit van de interacties.” Wie Ton heeft meegemaakt tijdens een cursus, een congres of als adviseur moet deze zinsnede ongetwijfeld bekend voorkomen. Als (gepromoveerd) organisatiepsycholoog en -adviseur was hij altijd meer gericht op het samenspel, de groep, dan op individuele kwaliteiten. Een toezichthouder kan nog zo’n grote staat van dienst hebben, de juiste achtergrond hebben, maatschappelijk betrokken zijn en ook als toezichthouder sporen hebben verdiend, in een concrete raad van toezicht komt het er uiteindelijk op aan dat er een kwalitatief goed (of lastig, zoals we sinds 2013 plachten te zeggen) gesprek plaatsvindt. De staat van dienst kan net zo gemakkelijk nuttig zijn als in de weg staan. Het werk van Ton bestond er grotendeels uit raden van toezicht op het spoor van team- en samenspel te brengen.

Om de impact van het werk van Ton op waarde te schatten voor het toezicht in maatschappelijke organisaties, en met name in de zorg- en welzijnssectoren, doen we een kleine ideeëngeschiedenis. En ideeën doen ertoe, en Ton genoot van een goed idee. Zoals de Duitse dichter Heine al meer dan 100 jaar geleden, vrij vertaald, zei: “ideeën die geboren worden in de stilte van de studie van een geleerde kunnen hele civilisaties vernietigen.”

In 2014 publiceerde de Wetenschappelijke Adviesraad van de NVTZ, waar Ton sinds 2012 lid van was, “Tussen Besturing en Samenleving”. Deze discussienotitie stelde dat de raad van toezicht zich tot dan toe in veel gevallen te veel had verscholen achter de grote rug van de bestuurder, waardoor het zicht op zowel de organisatie als de samenleving ontnomen werd. Er werd er daarom voor gepleit dat men niet alleen of vooral toezicht houdt op het bestuur (de raad van bestuur), maar op de besturing van de organisatie. Deze taalspeling, van bestuur naar besturing, die door Ton is gemunt (sic), markeert echter een belangrijk punt in het denken over toezicht. Het stuk is veel bediscussieerd, binnen en buiten de zorg, binnen en buiten de bestuurskamers, en de meningen erover zijn verdeeld. Maar één ding is zeker: toezichthouders zijn zich meer en meer bezig gaan houden met werkbezoeken, contacten met interne en externe stakeholders, en stellen zichzelf en het bestuur steeds meer strategische en maatschappelijke vragen.

In 2015 verscheen mede onder zijn redactie “Zorg voor Toezicht”. Hij schreef daarin een artikel over de vraag hoe het kan dat er allemaal “kanjers” in een raad van toezicht zitten, een organisatie toch bestuurlijk uit de bocht kan vliegen – een vraag die leeft van doorsnee verjaardagspartijtjes tot en met de Tweede Kamer. Daarin verdedigt hij de stelling dat de raad van toezicht zelf, en ieder lid afzonderlijk, verantwoordelijk is om te bepalen welke informatie hij nodig heeft of denkt te hebben om goed toezicht te houden. Een grote verantwoordelijkheid, juist omdat men zo gewend is om op de bestuurder te leunen als het gaat om informatievoorziening. Ton leerde beginnende toezichthouders als kerndocent van de NVTZ Academie dit leerstuk veelvuldig, en inmiddels hebben honderden cursisten reeds deze boodschap van hem gehoord. Hij deed dit overigens met de grootst denkbare passie en overgave – wat zeker bijdraagt aan de proliferatie van dit idee. Dit idee geeft goed de spanning weer waar toezichthouders zich in kunnen bevinden. Enerzijds snappen zij heel goed dat zij verantwoordelijk zijn voor hun eigen informatiebehoefte, maar anderzijds is het in de concrete praktijk van het toezichthouden lastig om te onderscheiden wie nou precies de informatie bepaalt die de raad van toezicht te zien krijgt. Het stelt dus zeer hoge eisen aan de assertiviteit, reflectievermogen en ordelijkheid van een raad van toezicht.

In 2017 verscheen de Atlas van het Toezicht, wederom met Ton als één van de auteurs. De Atlas tracht een beeldend overzicht te geven van de belangrijkste aspecten van het toezicht in de zorg. Het tot nu toe meest genoemde en bediscussieerde idee uit deze Atlas is het zogenaamde actualiseringsrooster, als alternatief voor het aftreedrooster. Het gaat niet langer om het formeel vol maken van een periode, en dan kijken of je nog een keer kunt, maar om jaarlijks te evalueren of er nog wel de juiste personen aan tafel zitten voor de uitdagingen en moeilijkheden waar de organisatie voor staat. Dit idee, dat ook uit de hoed van Ton komt, vertelt bij uitstek het verhaal van de professionalisering van het toezicht. Het vereist namelijk dat toezichthouders zo professioneel en belangeloos in hun functie staan, dat zij ieder moment bereid zijn de functie neer te leggen als de situatie daarom vraagt.

Ton stelde inderdaad hoge eisen, aan toezichthouders, maar ook aan zichzelf. Het is deze vastberadenheid en optimisme die hem ook door zijn periode van ziekte hebben geleid. Een idee kan niet zonder een mens. Een idee moet verteld worden, en de boodschapper doet ertoe. De meeste mensen die Ton hebben meegemaakt, als collega of als docent, zullen hem behalve als intellectueel toch ook vooral herinneren en missen als een bevlogen, vrolijk en zeer betrokken mens.”

In 2017 werd Ton erelid van de NVTZ. Ton van Zonneveld overleed op woensdag 28 februari 2018. U kunt het condoleanceregister tekenen via www.memori.nl/gedenkplaats/ton-van-zonneveld.