Hoe richt je de nieuwe adviesorganen bij zbo's in?

Public governance
Traditionele raad van toezicht verdwijnt

Voor zelfstandig bestuursorganen (zbo’s) is een raad van toezicht niet langer vanzelfsprekend. Het kabinet zet in op organen met uitsluitend adviserende bevoegdheden, zoals een raad van advies en een audit committee. Bestuurders en toezichthouders van zbo’s moeten het momentum benutten om eigen keuzes te maken in de invulling van deze adviesorganen, adviseert  Niek Verkaik, verbonden aan EY.

Het kabinet heeft  de afgelopen jaren een lijn ingezet die gericht is op het scherp krijgen en scheiden van de rollen en bevoegdheden rondom zbo’s. Dat blijkt uit de meest recente circulaire Governance ten aanzien van zbo’s van 11 mei 2015 en bijbehorende Kamerbrieven. Vanuit het oogpunt van good governance is dat een positieve ontwikkeling die zowel binnen de departementen als de zbo’s een herinrichting van de checks and balances tot gevolg heeft.

Rollen en bevoegdheden minister

Binnen de departementen geldt dat bijvoorbeeld voor de rollen van de minister onder wiens departement het zbo is gepositioneerd. De minister vervult zowel de rol van eigenaar als de rol van opdrachtgever richting het zbo als opdrachtnemer. Waar de minister voorheen beide rollen nog wel eens aan dezelfde ambtelijke functionaris delegeerde, worden deze tegenwoordig vanuit het oogpunt van ‘tegenkracht’ gescheiden belegd. Dat betekent in de praktijk vaak dat de Secretaris-Generaal (SG) de rol van eigenaar vervult en een Directeur-Generaal (DG) de rol van opdrachtgever. Het zbo is de opdrachtnemer.   

Aandachtspunten

Het scheiden van rollen en daarmee een heldere verantwoordelijkheidsverdeling is een positieve ontwikkeling, die tegelijkertijd leidt tot aandachtspunten. Ten eerste vraagt het maken van afspraken tussen een zbo en het moederdepartement om afstemming en een eenduidige sturingsfilosofie van eigenaar (SG) en opdrachtgever (DG). Het ontbreken van een gedeelde sturingsfilosofie van ministerie en zbo leidt nogal eens tot een moeizame aansturing van een zbo. Een tweede aandachtspunt blijft de hiërarchische verhouding tussen een DG en een SG in het bieden van tegenkracht. Immers, hoe gelijkwaardig zijn beide functionarissen als het er echt op aankomt in de aansturing van een zbo?

Wijziging naam raad van toezicht

Het scherp kijken naar de rollen aangaande zbo’s heeft ook gevolgen voor het intern toezicht - de checks and balances - van zbo’s. Het houden van toezicht op een zbo is nu eenmaal een wettelijke verantwoordelijkheid van ‘de eigenaar’, oftewel de minister onder wiens departement het zbo is gepositioneerd. Ondanks dat deze toezichthoudende rol bij de minister is belegd, hebben veel zbo’s (nog) een raad van toezicht. Een simpele verklaring daarvoor is dat in de Instellingswet van een zbo is opgenomen dat het betreffende zbo een raad van toezicht heeft. De naam van het orgaan dekt dan in feite niet de lading. Immers de reguliere toezichthoudende bevoegdheden, zoals het goedkeuren van de jaarrekening en het aanstellen van de zbo-bestuurder, liggen bij de minister. De naam van de rvt zal op een natuurlijk moment wettelijk gewijzigd worden, zo blijkt ook uit de eerdergenoemde circulaire.

Herinrichting check and balances

Een andere verklaring voor de aanwezigheid van een toezichthoudend orgaan betreft het wijzigen van een organisatie met een privaatrechtelijke rechtsvorm naar een publiekrechtelijk zbo. Zo is er bijvoorbeeld - het inmiddels controversieel geworden - kabinetsvoornemen om ProRail om te vormen van een bv, met een raad van commissarissen, naar een zbo. Ook het Centrum indicatiestelling zorg (Ciz) is een zbo geworden, nadat het voorheen een stichting met een raad van toezicht was.  Per 1 januari 2017 heeft het Ciz geen raad van toezicht meer en heeft het zbo een raad van advies en een audit- en adviescommissie ingesteld. De checks and balances binnen het Ciz zijn daarmee heringericht.

Afweging en inrichting adviesraden

Het opheffen of omvormen van een raad van toezicht naar een orgaan met enkel adviserende bevoegdheden gaat gepaard met een aantal belangrijke afwegingen en vragen voor een zbo. Niet in de laatste plaats omdat de Kaderwet zbo’s geen richtlijnen biedt voor de inrichting van raad van advies of audit committee (AC).

Is een adviesorgaan wenselijk?

Ten eerste is het de vraag of het überhaupt wenselijk is om een adviserend orgaan in te stellen. Deze vraag lijkt logischerwijs vaak met ‘ja’ beantwoord te worden ter borging van de interne tegenkracht en strategische spiegeling (raad van advies) en maatschappelijke verantwoording over publieke gelden en taken (audit committee). Daarnaast geldt voor veel zbo’s dat het moederdepartement ‘slechts’ een van de stakeholders is en dat zbo’s ook de betrokkenheid met - en kennis over - andere stakeholders willen borgen via adviesorganen.

Welke bevoegdheden krijgt rva?   

Het instellen van een raad van advies met daarin de benodigde kennis, competenties en dwarsdenkers draagt bij aan een toekomstbestendige langetermijnvisie en strategie. Maar hoe richt je dit verder in en welke adviserende bevoegdheden passen daarbij? De adviesorganen bieden namelijk tegenkracht naar gelang de bevoegdheden die het zbo-bestuur aan hen toebedeelt. Krijgen de leden van de audit committee (AC)  bijvoorbeeld een rol in de benoeming van de accountant en de internal auditor? En worden de leden van de raad van advies geworven onder de belangrijkste stakeholders van het zbo of juist niet en over welke competenties moeten zij beschikken? En hoe zorg je voor verbinding tussen een raad van advies en een audit committee?

Ruimte voor eigen afwegingen wordt minder

Allemaal wezenlijke en op onderdelen ook complexe governancevraagstukken. Vraagstukken waar de huidige toezichthouders en bestuurders van zbo’s zich mee bezig moeten houden. Vooralsnog hebben ze de ruimte om zelf afwegingen te maken. Mogelijk dat die ruimte voor het maken van eigen afwegingen minder wordt na de evaluatie van de Kaderwet zbo’s die voor dit jaar gepland staat. Dit is dus het moment om aan de slag te gaan.

Niek Verkaik is bestuurskundige en sinds 2012 adviseur binnen de publieke sector. Vanaf 2015 is hij verbonden aan de EY-adviesgroepen ‘Government & Public Sector’ en ‘Board & Governance Services’. Hij houdt zich met name bezig met governancevraagstukken binnen overheden en uitvoeringsorganisaties (zbo’s, agentschappen, overheidsbedrijven en gemeenschappelijke regelingen).

Klik hier voor meer informatie over government in de (semi)publieke sector.  

Klik hier voor meer informatie over Board & Governance Services.