Hoe hoog staat digitalisering op de agenda in de Nederlandse boardrooms?

Digitalisering

Hoe bewust zijn commissarissen zich van het belang van digitalisering, hoe actief ondersteunen ze het bestuur en hebben ze daarvoor de juiste kennis in huis? Een nieuw onderzoek van Nationaal Register en Nederland ICT wil antwoord geven op die vragen. Hoogleraar Valerie Frissen roept commissarissen op om deel te nemen aan het onderzoek en zo een bijdrage te leveren aan de noodzakelijke professionalisering.

 

Big Data, blockchain, artificial intelligence: de technologische ontwikkelingen buitelen over elkaar heen. Ze veranderen in snel tempo het speelveld waarin organisaties opereren én de spelregels voor internationaal zakendoen. Op welke manier ondersteunen commissarissen en toezichthouders het bestuur op het gebied van digitalisering en disruptieve innovatie? En beschikken raden van commissarissen over de juiste expertise om die rol te vervullen, of moet er op dat gebied verdere professionalisering plaatsvinden?

Effecten van digitalisering

Om antwoord te krijgen op die actuele vragen, heeft het Nationaal Register, in samenwerking met branchevereniging Nederland ICT, het initiatief genomen tot een onderzoek naar de effecten van digitalisering in de boardroom. Het onderzoek heeft een brede opzet en wordt gehouden onder bestuurders, commissarissen en toezichthouders in de profit- en non-profitsector. Het onderzoek wordt begeleid door Valerie Frissen, bijzonder hoogleraar ICT & Social Change aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en Marcel Thaens, als bijzonder hoogleraar Bestuurskunde verbonden aan dezelfde universiteit.

Brug tussen theorie en praktijk

Naast haar hoogleraarschap is Frissen directeur van SIDN Fonds, een onafhankelijk fonds voor het ondersteunen van vernieuwende internetprojecten, dat werd opgericht op initiatief van de Stichting Internet Domeinregistratie Nederland. Verder is ze ook zelf toezichthouder: bij de Hogeschool van Amsterdam en bij Kennisland, een denktank en netwerkorganisatie voor maatschappelijke vernieuwing. Daarnaast was ze lid van de raad van toezicht van de NPO (Publieke Omroep), waar ze eind 2015 na tien jaar terugtrad. Frissen vormt dus een brug tussen theorie en praktijk en is daarmee de aangewezen persoon om de context van het onderzoek te schetsen.

Wat is de aanleiding voor het onderzoek?

‘Het onderzoek heeft het karakter van een nulmeting. We willen graag in kaart brengen hoe groot het bewustzijn is van het belang van digitalisering in de boardroom en in het bijzonder bij raden van commissarissen en raden van toezicht: staat het thema inmiddels overal op de agenda en hoe wordt het in de praktijk geadresseerd? Ook zijn we benieuwd naar het huidige kennisniveau van commissarissen en toezichthouders op het gebied van nieuwe technologische ontwikkelingen: waar staan we en op welke punten is nog professionalisering nodig? Door het onderzoek periodiek te herhalen, kun je de ontwikkelingen volgen en eventueel bijsturen met een bewustwordingsproces, het bieden van gerichte en praktische ondersteuning aan commissarissen en toezichthouders en het delen van best practices.’

Waarom verdient digitalisering zo’n hoge plek op de agenda in de Nederlandse boardrooms?

‘Elke organisatie wordt geconfronteerd met de disruptieve gevolgen van de snelle technologische ontwikkelingen. Het belang van digitalisering wordt inmiddels dan ook erkend in de meeste boardrooms. Veel organisaties benaderen het thema echter nog vooral operationeel, in plaats van strategisch. Er is vaak al wel een Chief Information Officer, of Chief Digital Officer benoemd, maar die heeft lang niet altijd ook een plek aan de bestuurstafel. Vaak wordt bij digitalisering ook vooral gekeken naar de bedreigingen. Denk aan de recente aanscherping van de privacywetgeving, of aan cybersecurity. Een datalek of een DDoS-aanval, waardoor de gehele online dienstverlening kan worden stilgelegd, kan de reputatie ernstig schaden. Dat risicobewustzijn is inmiddels redelijk goed doorgedrongen in de meeste bestuurskamers.’

Wat is de volgende stap?

‘Organisaties hebben vaak nog onvoldoende oog voor de kánsen die de nieuwe ontwikkelingen bieden. Er komen nieuwe markten bloot te liggen, waar met innovatieve businessmodellen en distributiekanalen op ingespeeld kan worden. Het strategisch belang van digitalisering moet bij veel organisaties hoger op de agenda komen te staan. Het gaat om digitale transformatie: de externe dynamiek en disruptie dwingen tot een herijking van de strategie, herinrichting van organisatieprocessen en een andere omgang met stakeholders. Dat vraagt om een open houding ten aanzien van de ontwikkelingen in de externe omgeving en een grote mate van veranderingsbereidheid.’

Welke rol kunnen commissarissen daarbij spelen?

‘Commissarissen kunnen buiten naar binnen helpen brengen en een bijdrage leveren vanuit hun drieledige functie. Als toezichthouder kunnen ze de juiste vragen stellen over de risico’s, maar ook de kansen die digitalisering met zich meebrengt. Vanuit hun adviesrol kunnen ze hun expertise inbrengen aan de voorkant van het strategisch proces en met het bestuur meedenken over de juiste koers en nieuwe businessmodellen. En als werkgever kunnen ze met hun benoemingsbeleid zorgen dat de juiste competenties voor digitalisering geborgd zijn in de raad van bestuur.’

Hoe is het met die expertise gesteld in de raad van commissarissen zelf? Een van de voorstellen voor de herziene Corporate Governance Code was dat elke rvc een commissaris moest hebben met specifieke deskundigheid op het gebied van technologische ontwikkelingen en nieuwe businessmodellen. Die “digicommissaris” heeft de uiteindelijke code niet gehaald. Wat vindt u daarvan?

‘Dat vind ik jammer. Vanuit het oogpunt van diversiteit is het belangrijk om verschillende disciplines in de raad van commissarissen te hebben. Digitale transformatie is uitermate belangrijk voor de toekomstbestendigheid en daarmee voor de continuïteit van de organisatie. De zorg daarvoor is de belangrijkste verantwoordelijkheid van commissarissen. Bovendien vormt de digitale revolutie een bewegend doel. De technologische ontwikkelingen voltrekken zich in snel tempo: het ene jaar lig de focus op blockchain, om vervolgens te verschuiven naar artificial intelligence. Dan is het fijn als je iemand in de rvc hebt die de ontwikkelingen op waarde kan schatten en onderscheid kan maken tussen de hypes en relevante toepassingen. Organisaties moeten zich niet gek laten maken. Daarin kunnen commissarissen een belangrijke rol spelen. Ze moeten het bestuur stimuleren om kansen te pakken, maar ze moeten datzelfde bestuur soms ook kunnen remmen, door het tonen van nuchterheid en kritische reflectie.’

Wat betekent dat voor de samenstelling van de rvc?

‘Het vraagt om jonge, maar vooral nog actieve commissarissen die in hun dagelijkse praktijk als bestuurder de gevolgen van digitalisering en disruptieve innovatie aan den lijve ondervinden. Als je zelf midden in het veranderende speelveld staat, weet je ook welke vragen je als commissaris moet stellen en hoe je het bestuur kunt bijstaan. Zulke toezichthouders kunnen een belangrijke meerwaarde vertegenwoordigen.’

Wat is uw eigen ervaring als toezichthouder met het thema digitalisering?

‘Als lid van de raad van toezicht van NPO kreeg ik al vroeg te maken met de gevolgen van digitalisering. De klassieke media staan immers al jaren onder druk door de opkomst van internet en sociale media. Neem de disruptieve invloed van Netflix: je kunt het zien aankomen, maar het adequaat reageren op zo’n nieuwe ontwikkeling is andere koek. Als toezichthouder van de Hogeschool van Amsterdam heb ik te maken met de ingrijpende veranderingen in de onderwijswereld en de gevolgen daarvan voor het operationele proces, maar vooral ook voor het onderwijs van de toekomst. Er is sprake van een verschuiving. Vroeger stoomden we studenten klaar voor het behalen van een diploma. Nu moeten we zorgen dat studenten beschikken over de bouwstenen waarmee ze flexibel van de ene functie naar de andere functie kunnen overschakelen in de arbeidsmarkt van de toekomst. Dat heeft bijvoorbeeld ook gevolgen voor huisvesting: we moeten sommige bestaande gebouwen sluiten en nieuwe gebouwen inrichten om onze nieuwe taak te kunnen uitvoeren. Op IT-gebied hebben veel organisaties te maken met een legacy van oude systemen: hoe combineer je die met nieuwe systemen en toepassingen en hoe zorg je voor systemen die wendbaar en adaptief zijn? Een ander vraagstuk betreft samenwerking: de toekomst vraagt om een open, op samenwerking gerichte benadering. Hoe houd je de regie zonder te veel in een beheersingsreflex te schieten bij het sluiten van partnerships en het delen van kennis: hoeveel ruimte geef en neem je?’

Digitalisering brengt ook ethische vraagstukken met zich mee. Welke rol kunnen commissarissen daarbij spelen?

‘De ethische en sociale kant van digitalisering heeft tot nu toe nog weinig aandacht gekregen, al begint dat gelukkig langzaam te veranderen. De nieuwe privacyregelgeving is daarvan een voorbeeld. Je kunt ethiek echter niet met regels afdwingen. Datagedrevenheid brengt ook verantwoordelijkheden met zich mee voor het gedrag van organisaties. Hoe houd je bijvoorbeeld grip op de ethische kant van keuzes die worden gemaakt door algoritmes? Welke verantwoordelijkheid heb je als werkgever voor mensen die hun baan kwijtraken door robotisering? Vaak komt dat soort ethische vraagstukken pas achteraf aan de orde en wordt er bijgestuurd. Organisaties moeten echter al bij de strategische besluitvorming gaan nadenken over de ethische en sociale gevolgen van digitalisering. Commissarissen kunnen daarbij een belangrijke rol spelen door het thema op de agenda te zetten en er de juiste vragen over stellen: wat zijn de gevolgen van alle stakeholders? Dat past ook bij hun wettelijke taak van een brede belangenbehartiging.’

Wat wilt u commissarissen en toezichthouders meegeven?

‘Ik wil commissarissen en toezichthouders graag oproepen om deel te nemen aan het onderzoek en een eerlijk beeld te schetsen van de manier waarop zij in de praktijk omgaan met digitalisering. Op die manier kunnen we met elkaar werken aan een governancemodel waarin digitalisering zowel strategisch en operationeel als maatschappelijk adequaat geadresseerd wordt en aan de professionalisering die daarvoor nodig is.’

Klik hier om deel te nemen aan het onderzoek.